
Kaneel
Kaneel is een specerij die wordt gewonnen uit de binnenbast van bomen die tot het geslacht Cinnamomum behoren, waarbij Cinnamomum verum (echte kaneel) en Cinnamomum cassia de meest voorkomende soorten zijn. Oorspronkelijk uit Sri Lanka en delen van Zuidoost-Azië, groeien kaneelbomen het beste in tropische klimaten.
Oogsten houdt in dat de stengels van de kaneelboom worden afgesneden en de buitenbast wordt afgeschaafd. De binnenbast wordt vervolgens in lange rollen geschild en te drogen gelegd, waarbij deze natuurlijk krult tot rolletjes of stokjes. Eenmaal gedroogd kan het ook worden gemalen tot een fijn poeder.
Als specerij, wordt kaneel veel gebruikt in bakken, koken en dranken vanwege de warme, zoete en licht pittige smaak. Het is een belangrijk ingrediënt in gerechten zoals kaneelbroodjes, curry’s en glühwein.
Medicinale toepassing, wordt kaneel al eeuwenlang gebruikt in de traditionele geneeskunde. Men gelooft dat het antioxidante, ontstekingsremmende en antimicrobiële eigenschappen heeft. Modern onderzoek suggereert dat het kan helpen de bloedsuikerspiegel te verlagen, de insulinegevoeligheid te verbeteren en de gezondheid van het hart te ondersteunen wanneer het met mate wordt gebruikt.